Cler. Luik, I.L. 1362-1378 (1362-1383) Den Bosch Heer A(e)rnt Nouden, heer A(e)rt Noude, Noyden, werd gezien blijkens zijn onderschrift in Den Bosch geboren. Heer Arnt had een broer Jan en een zuster Oderada maar wie hun ouders waren is niet bekend. Mogelijk is heer Arnt dezelfde als de Arnoldus Noydeken aan wie Arnt van Waalre op 16 maart 1357 een hofstad tegenover de Visbrug bij de nieuwe stadsmuur in erfcijns uitgaf. Op 5 januari 1362 was heer Arnt in Den Bosch als notaris aanwezig toen Katherijn, dochter van Henric Snyders van Wetten en weduwe van Arnt vander Stoven, een kwitantie verleende aan Lysbeth, dochter van Jan van Zon. In hetzelfde jaar ontving heer Arnt voor het vervaardigen van een notariële akte 11 schellingen van de O.L.V.-broederschap. Van deze instelling was hij zelf ook (gezworen) lid. Zo aten de zangers van de broederschap op 27 december 1365 bij hem thuis. Tezelfdertijd was heer Arnt als beneficiant verbonden aan de St.Jan. Volgens Kievits wordt hij nog in een akte van 7 mei 1372 vermeld als rector van het St.Agatha-altaar in die kerk. In 1366 werd heer Arnt samen met 29 andere beneficianten kanunnik van het nieuwe St.Janskapittel. Waarschijnlijk in 1372 volgde hij heer Claes van Enode op als deken van het kapittel. Mogelijk gebeurde dit echter al in 1368 of 1369 want Kievits geeft in zijn lijst van kapitteldekens op dat heer Arnt reeds als deken voorkomt in een akte van 7 januari 1369. Op basis hiervan concludeerde Schutjes dat heer Claes van Enode in 1369 afstand moet hebben gedaan van de dekenij maar zijn prebende behield tot aan zijn dood op 15 november 1372. Op 8 maart 1374 nam heer Arnt als deken een erfcijns in ontvangst ten behoeve van het kapittel, de Predikheren en de Minderbroeders, en op 21 januari 1376 wordt hij als deken vermeld onder de getuigen bij een overdracht. 1) Ook toen hij inmiddels kanunnik en deken was werkte heer Arnt nog wel als notaris. Zo wees de officiaal van Luik op 6 december 1367 aan hem en aan heer Gerit Groy (nr.152) de protocollen toe van heer Dirc Gheghel (nr.131) en van Boudewijn van Hapart (nr.164). Op 16 mei 1378 vervaardigde hij in de St.Jan verder nog een gedeeltelijk transsumpt van het testament van Conraet Writer. Tussen 29 januari 1383 en 14 juli 1383 wordt heer Arnt Nouden, deken van de St.Jan, negenmaal vermeld als getuige bij wonderverhalen in de St.Jan. Hij woonde vermoedelijk aan de Papenhuls in een huis waarin omstreeks 1500 het Moensgasthuis gevestigd was. Heer Arnt overleed op 16 september 1383 en werd toen als deken waarschijnlijk opgevolgd door heer Wouter Mostaert. Tot uitvoerders van zijn testament - dat echter niet bewaard is - benoemde heer Arnt zijn broer Jan Nouden en zijn zuster Oderada, echtgenote van Laurens Kersmaker. Jan Nouden komt op 22 maart 1384 ook als getuige voor in het Mirakelboek, samen met een zekere Arnt Nouden die mogelijk zijn zoon was. Ze zijn uit het Bosch' protocol respectievelijk bekend als glasmaker en handschoenmaker. Heer Arnt had twee natuurlijke kinderen: Jan en Lysbeth. Op 22 oktober 1388 verleenden ze aan hun oom en tante een kwitantie voor alle goederen die hun vader in zijn testament aan hen had nagelaten. Lysbeth droeg op 9 januari 1407 nog een erfpacht uit goederen te Boxtel over die een zekere Jan Beecman, zoon van Yngram vander Beke, vroeger beloofd had te betalen aan haar vader heer Arnt, aan diens broer Jan en aan hun zwager Laurens Kersmaker. 2)
|
Noten | |
1. | GAH, RA 1185, fo.91v (9 jan.1407); Van Rooij, Het oud-archief, 19 nr.56; Bijlage I 264.34, 279.1, 353.28; OLVB 52, band 0, fo.37r (1361/62), fo.41r (1365/66); AAB II, hs. Kievits, p.2, p.4, p.11; Schutjes, Geschiedenis, IV 228, 230. |
2. | Tabel 3.2, nr.2; Bijlage II 279.2; Hens e.a., Mirakelen, 190 nr.13 t/m 347 nr.174, 544 nr.324, vgl. 172 nr.2; GAH, RA 1176, fo.179r (1381), fo.296v (21 febr.1383), RA 1178, fo.54v (22 okt.1388), RA 1185, fo.91v (9 jan.1407), vgl. RA 1197, fo.14r (2 jan.1426), fo.310v (21 febr.1426); APB, St.Jan II, cijnsregister van 1503, p.257; AAB II, hs. Kievits, p.4; APB, St.Jan II, Obituarium, p.272.; Vgl.: Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 535; Coopmans, De rechtstoestand, 31-32. |
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 188
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 165